Aeres+Hogeschool+test+fertigatie+in+aardappelen
Nieuws
© Haijo Dodde

Aeres Hogeschool test fertigatie in aardappelen

Aeres Hogeschool vergelijkt in een fertigatieproef in aardappelen schema's met vier stikstoftrappen en twee verschillende fosfaatniveaus. De vochttoevoer gebeurt op basis van bodemvochtsensoren. De proef wordt uitgevoerd met drie gangbare tetraploïde aardappelrassen en een nieuw diploïd nummer.

In een proefperceel op de onderwijsleerkavel van Aeres Hogeschool vlak bij Dronten geeft onderzoeker en docent Michiel Klaassen uitleg aan Christiaan van Mechelen en Martijn Kroeze over de wirwar van slangen tussen de aardappelruggen. 'Voor elk object dat we hier behandelen, loopt een aparte slang rechtstreeks naar de doseerunit. We kunnen zo elk veldje exact voorzien van water en verschillende doseringen vloeibare meststoffen', legt hij uit.

Van Mechelen en Kroeze werken bij pootgoedteler Leo Overbeeke in Dronten. Zij zijn uitgenodigd om de proefopstelling met drie herhalingen van de fertigatieproef van Aeres Hogeschool te bekijken. Hun werkgever is samen met collega-pootgoedteler Jasper Muller uit Emmeloord en aardappelveredelingsbedrijf Solynta partner in het onderzoek. Klaassen coördineert de proef namens Aeres Hogeschool.

Driejarig project

De fertigatieproef maakt deel uit van een driejarig POP3-project dat is ingediend via provincie Flevoland. Doel is uitzoeken wat mogelijk is met fertigatie in de aardappelteelt en wat de beste strategie is. De proef is vorig jaar uitgevoerd met diploïde aardappelrassen van Solynta geteeld uit plantjes. Dit jaar is gekozen om naast pootgoed van een diploïd ras de standaardrassen Fontane, Markies en Annabelle in de objecten op te nemen.

'In deze proef doen we ook ervaring op met diploïde aardappelen'

'Met deze proef willen wij extra inzicht krijgen in de toepassingsmogelijkheden van fertigatie voor de teelt van aardappelen op basis van pootgoed. De ontwikkeling van planten uit pootgoed is anders dan uit zaailingen die wij vorig jaar hebben gebruikt', licht Klaassen toe.

Bodemvochtsensoren

Het doseren van de meststoffen en het toedienen van vocht begint volgens de onderzoeker en docent vanaf deze week. De afgifte van water wordt automatisch ingesteld via bodemvochtsensoren. Het is de bedoeling om de stikstofgift te variëren van 0 tot 100 procent van de behoefte en daaraan twee fosfaatniveaus te koppelen. 'Gedurende het groeiseizoen gaan we de bladoppervlakontwikkeling per ras in de acht verschillende objecten nauwlettend volgen. Ook meten we de chlorofylgehalten in het blad', zegt Klaassen.

Uiteindelijk worden van de proefvelden de opbrengsten bepaald en daarbij ook de kwaliteit van de geoogste aardappelen. 'We hopen dan meer te kunnen zeggen over de meerwaarde van fertigatie en ook over de optimale giften voor stikstof en fosfaat. Verder doen we opnieuw ervaring op met de teelt van diploïde aardappelen en kunnen we beter een vergelijking maken met de teelt van de gangbare tetraploïde rassen.'

De docent en onderzoeker van Aeres Hogeschool meldt dat het fertigatieproject naast de functie van een officiële proef in drie herhalingen dient als demonstratieobject. 'We bieden de mogelijkheid voor studenten en geïnteresseerden om onze onderwijsleerkavel op afspraak te komen bezoeken en om hen bij te praten over onze ervaringen in dit onderzoek tot dusver.'

© 2020 Smartfarming.nl is een uitgave van AgriPers bv.