Deense+veehouders+vertellen+over+keuze+voor+melkrobot+of+draaimelkstal
Nieuws
© John Lamers

Deense veehouders vertellen over keuze voor melkrobot of draaimelkstal

Twee grote melkveehouderijen in Denemarken zijn onlangs bezocht door veehouderijstudenten van HAS Den Bosch. De bedrijven hanteren beide een andere melktechniek: het ene werkt met twaalf melkrobots en het andere met een 60-stands draaimelkstal. De Deense ondernemers vertellen de studenten waarom dit voor hen werkt.

Melkveehouder Lars Kristoffersen was in 2004 een van de eerste Deense melkveehouders die koos voor een melkrobot. Nadat hij alle toenmalige robots aan het werk had gezien, koos hij voor de A2-robot van Lely. Daar werkte hij naar tevredenheid mee tot 2017. Toen groeide het bedrijf naar achthonderd koeien en waren de robots aan vervanging toe.

Na dertien jaar is dat geen schande, vindt de melkveehouder. Vanwege de prima service – hij heeft een fullservicecontract – en de goede relatie koos hij weer voor Lely. Nu draaien er twaalf A4-robots op zijn bedrijf.

Twee robots melken de vaarzen en twee staan bij de verse koeien en koeien die extra aandacht nodig hebben. En twee groepen van vier robots melken ieder een groep van 250 koeien. Daarin zitten de koeien vanaf circa twee weken na afkalven tot het droogzetten.

Melkproductie blijft stijgen

Na de overgang naar de nieuwe robots steeg de melkproductie van de koeien door. Momenteel zit die op zo'n 11.000 kilo per koe. Hoger moet nog wel kunnen, maar de indeling van de stal is niet helemaal optimaal. Bij de uitbreiding in 2017 kwam er een stuk achter de stal aan, waardoor de koeien verder moeten lopen.

Kristoffersen stelt dat het wel beter zou kunnen, maar het verplaatsen van de robots vergt een extra investering. Daarnaast schakelde hij om van huisvesting op stro naar ligboxen, want de kosten voor de huisvesting van alle koeien op stro werden hem te hoog. Hierdoor zijn de loopgangen en ligbedden niet helemaal ideaal qua afmeting.

'Maar zou ik het moeten optimaliseren, dan was de investering nog hoger', aldus de melkveehouder. 'Dan moet de melkgift naar 12.000 liter per koe om het terug te kunnen verdienen. Nu lukt het met 11.000 liter per koe ook.'

Strostal

De transitiekoeien lopen wel in een strostal. Ook koeien die niet goed ter been zijn of om een andere reden niet passen in de grote groepen, gaan naar de strostal.

Voor de toenmalige keuze voor de robot had Kristoffersen een duidelijke reden. Hij wilde niet meer zeven dagen in de week, twee of drie keer per dag de koeien melken. En hij wilde wel groeien, maar vindt de achthonderd koeien die hij nu heeft voldoende. 'Ik wil eerst investeren in een betere verhouding tussen het land en het eigen ruwvoer bij het huidige aantal koeien. En meer koeien betekent ook meer jongvee, daar moet je bij de investering ook rekening mee houden.'

Daarbij gaat de voorkeur van Kristoffersen uit naar het goed voeren van de koeien en landwerk. De melkrobot maakte het mogelijk die keuze te maken. De melkveehouder ruilt daarbij geregeld grond uit met zijn buren, akkerbouwers. Hij doet de leuke werkzaamheden als het zaaien van in totaal 700 mais, ook voor zijn buren, en ploegen. Mest uitrijden en oogsten besteedt hij uit.

Strike wetgeving

Voor alle dagelijkse werkzaamheden met de koeien zijn er zes medewerkers. Dat zijn er vrij veel en komt door de strikte Deense wetgeving. De werkweek mag maar 37 uur zijn.

Er zijn twee Deense managers. De ene gaat over de opfok van het jongvee en de transitiekoeien en de andere over de grote groep koeien en vaarzen. Kristoffersen zelf verzorgt dus wel dagelijks het voeren. Alle andere werkzaamheden, zoals het ophalen van koeien die niet zelf naar de melkrobot komen, geboortehulp, klauwen bekappen, boxen schoonmaken en het verzorgen van de kalveren en het jongvee, doen de medewerkers.

Hygiëne krijgt veel aandacht op het bedrijf. Dagelijks worden bijvoorbeeld de drinkbakken schoongemaakt. De ondiepe rvs-bakken op het bedrijf staan dan ook vol met schoon drinkwater. Kristoffersen: 'Dan drinken en eten de koeien meer en dat is uiteraard van belang voor de productie.'

Dagelijkse reiniging van de waterbakken.
Dagelijkse reiniging van de waterbakken. © John Lamers

Bij het bezoek aan het bedrijf van Gerard Doldersum in Praesto was de nieuwe draaimelkstal met wachtruimte en afzonderingsruimte net gereed gekomen. De nieuwe 60-stands buitenmelker van GEA vervangt de oude 28-stands draaimelkstal.

60-stands rotary buitenmelker van GEA bij Gerard Doldersum.
60-stands rotary buitenmelker van GEA bij Gerard Doldersum. © John Lamers

Doldersum heeft het bedrijf overgenomen van zijn ouders Wessel en Hilda die in 1996 vanuit Drenthe zijn geëmigreerd naar Denemarken. Doldersum is zelf een tijd melkveehouder geweest in Texas waar hij zijn vrouw leerde kennen. Toch is hij teruggekeerd naar Denemarken om het bedrijf over te nemen.

Bij de start van het bedrijf waren er oude boogstallen aanwezig. Die konden in 2000 worden vervangen door een nieuwe stal. Doldersum: 'Door de betere huisvesting en watervoorziening en het betere klimaat sprong de productie met wel 2.000 liter per koe omhoog.'

Van zeshonderd naar achthonderd koeien

Het bedrijf groeide eerst door naar zeshonderd koeien en nu naar achthonderd. Daartoe werd een nieuwe stal gebouwd met daarin de draaimelkstal, wachtruimte, afzonderingsstal en strostal voor de verse koeien.

Die strostal moet samen met bewegingsmelders problemen signaleren en de opstartproblemen van de verse koeien verhelpen. Koeien met onder andere slepende melkziekte werden niet altijd snel genoeg ontdekt. Verder komt er nog een melkstal voor koeien die even apart moeten blijven en om te zorgen dat de verse koeien rustig kunnen opstarten.

In de nieuwe stal loopt voor een groot deel nog jongvee. Daarvoor is de stal volgens de melkveehouder eigenlijk te duur. Dus dat worden in de toekomst melkkoeien, waardoor een groei naar twaalfhonderd tot dertienhonderd koeien mogelijk is.

Melkveestal van Gerard Doldersum Praesto.
Melkveestal van Gerard Doldersum Praesto. © John Lamers

Doldersum heeft hiertoe een overeenkomst gesloten met een melkveehouder die is gestopt met melken, maar nu het jongvee gaat opfokken. Dat worden kruislingen van Holsteins met Jerseys. De melkveehouder heeft daar zelf al goede ervaringen mee in Amerika.

'Die koeien hebben hardere klauwen en zijn wat kleiner, de Holsteins worden wel erg groot. En ze gaan efficiënt om met hun voer. De levensduur kan omhoog en ik wil naar zo'n 12.000 kilo melk per koe toe. Al is dat niet per se het belangrijkste', geeft Doldersum aan.

Dat de ondernemer opnieuw koos voor een draaimelkstal heeft dan ook te maken met zijn groeiplannen. 'Nu kunnen we met twee man gemakkelijk achthonderd koeien melken. Straks kunnen we met zijn drieën melken. De grootste melkveehouder in Denemarken melkt in eenzelfde stal tweeduizend koeien. Ik heb wel geïnformeerd naar een draaimelkstal met robots, maar die is tien keer zo duur.'

'IQ melkklauw' van GEA

In de draaimelkstal worden de koeien drie keer per dag gemolken. Dat is met de zeven medewerkers een voordeel. Als een koe een keer het melkstel aftrapt en dat wordt niet gezien, is dat geen groot probleem. De volgende melkbeurt duurt niet heel lang, dus de uier komt niet onder te grote druk te staan. Aftrappen van het melkstel gebeurt overigens maar sporadisch. Dat komt volgens de melkveehouder onder andere doordat hij werkt met de 'IQ melkklauw' van GEA.

De 'IQ melkklauw' met vier aparte geleidingskamers levert ook een bijdrage aan de uiergezondheid op het bedrijf. 'Ik behandel al twee jaar lang bijna geen koe meer', zegt Doldersum. 'Slechts af en toe hebben we een coliprobleem.'

Vanuit Texas heeft Doldersum het systeem van ronde losliggende buizen meegenomen.
Vanuit Texas heeft Doldersum het systeem van ronde losliggende buizen meegenomen. © John Lamers

Die goede uiergezondheid komt ook door de strikte wijze van voorbehandelen. Per koe wordt een nieuwe schone uierdoek gebruikt. Dat systeem heeft de melkveehouder meegenomen uit Amerika waar hij kampte met een stafylokokkenbesmetting bij de koeien. Door erg hygiënisch te gaan werken, kreeg hij die onder controle. En ook in Denemarken heeft hij hiermee de stafylokokken weggekregen. Het celgetal ligt nu al tijdenlang op 125.000.

Bij Doldersum lopen de verse koeien ook op stro. Daarna komen ze in de grote groep waar zand in de boxen ligt. Voor de koeien zijn zandboxen prima. Nadeel is de slijtage aan alle apparatuur. De kosten van het zand zijn laag, terugwinnen uit de mest is hierdoor hoger dan nieuw zand aanvoeren.

Kalveriglo's bij Gerard Doldersum.
Kalveriglo's bij Gerard Doldersum. © John Lamers

Webinar 7 juni - Geld verdienen aan duurzaamheid
Vakblad Nieuwe Oogst organiseert in samenwerking met Rabobank een inspirerend webinar over hoe melkveehouders geld kunnen blijven verdienen ondanks de veranderende markt, klimaat en regelgeving. Met daarin drie boeren die met vallen en opstaan hun verdienmodel hebben aangepast op toekomstige ontwikkelingen. Dit webinar vindt plaats op dinsdag 7 juni van 20 tot 21 uur. Jij kunt er ook digitaal bij zijn en vragen stellen. Meld je hier aan.

© 2020 Smartfarming.nl is een uitgave van AgriPers bv.