WUR%3A+meten+met+sensoren+levert+meer+emissiewinst+op+dan+RAV
Nieuws
© Swaans Beton

WUR: meten met sensoren levert meer emissiewinst op dan RAV

De Regeling ammoniak en veehouderij (RAV) kent veel onzekerheden. Het zou beter zijn een systeem op touw te zetten, gebaseerd op doelvoorschriften en geborgd door emissiemetingen met bedrijfssensoren. Zo kunnen ook voer- en managementmaatregelen worden meegenomen.

Dat stellen onderzoekers van Wageningen University & Research (WUR) in een rapport over emissiearme stallen gebouwd volgens de RAV. WUR deed het onderzoek in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Volgens de onderzoekers is met regulering op basis van doelvoorschriften, emissiemetingen en bedrijfssensoren waarschijnlijk de grootste winst te behalen. Hiermee wordt veel breder aan ammoniakreductie gewerkt en wordt de verantwoordelijkheid voor ammoniakemissie bij de veehouder gelegd. Dit stimuleert ondernemerschap en innovatie, bijvoorbeeld rond voer- en managementmaatregelen.

Niet volledig vervangen

Aan de ene kant vinden de onderzoekers het niet realistisch dat elk bedrijf in de toekomst op deze manier werkt. Daarmee kan deze opzet de RAV-systematiek niet volledig vervangen. Verbetering van die systematiek blijft noodzakelijk. Wel kunnen bedrijfssensoren daarbij als instrument dienen om bedrijfsmanagement en handhaving te ondersteunen.

Volgens de onderzoekers zitten er in de huidige RAV-systematiek enkele impliciete aannames die in de praktijk anders uit kunnen vallen. Zo wordt gesteld dat de toelatingsprocedure en het meetprotocol voldoende zekerheid opleveren voor een representatieve emissiefactor. De onderzoekers constateren dat in werkelijkheid de onzekerheidsmarge bij dit soort metingen groot is.

Weinig toekomst

Verder blijkt dat er weinig toezicht is op deze metingen. Zo wordt verondersteld dat meetresultaten een objectieve en representatieve basis vormen voor het vaststellen van een emissiefactor. Hier is ruimte voor beïnvloeding, merken de onderzoekers. Ook kan het emissieniveau in de loop der tijd veranderen, bijvoorbeeld als gevolg van rantsoen en productieniveau.

Bij de ontwikkeling van de RAV is niet alleen op ammoniakreductie gelet, maar ook op gebruikseigenschappen. Bij de ontwikkeling is er daardoor wel aandacht voor ammoniak, maar dit is niet altijd goed geborgd in de procedure. Zo worden relevante factoren niet altijd vastgelegd.

Voorschriften

Een melkveehouder kreeg bijvoorbeeld een mestschuif van zijn leverancier, die niet werkte op het aangelegde type emissiearme vloer. Daarnaast houden niet alle veehouders zich aan de voorschriften, zoals de schuiffrequentie, omdat die ingaan tegen de logica en het belang van de ondernemer. Ook kennen niet alle veehouders de voorschriften.

De controle door omgevingsdiensten op het toepassen van de emissiereductie zijn meegewogen in de RAV-systematiek. Maar in de praktijk wordt er nauwelijks gecontroleerd. Ook hebben controleurs onvoldoende kennis en mogelijkheden om goed te controleren.

Forse verbeteringen

De onderzoekers denken dat er forse verbeteringen nodig zijn om de emissiearme stalsystemen effectiever te maken. Belangrijk daarbij is om de systemen, beschrijvingen, gebruik en controles binnen de kaders van de huidige RAV-systematiek te verbeteren.

Voor bestaande stallen moet het kennisniveau van veehouders en anderen worden vergroot. Ook moeten omgevingsdiensten effectiever controleren. De ervaring is dat ondernemers zich met controles beter aan de procedures houden. Niet om ammoniak te reduceren, maar om een boete te vermijden.

Weloverwogen keuze

Voor nog te bouwen stallen moeten veehouders een meer weloverwogen keuze maken voor een emissiearme stalsysteem dat bij hen en hun situatie past. Ook is meer aandacht nodig voor een correcte bouw en uitvoering. Bij vergunningverlening en bouw moeten omgevingsdiensten een actievere rol gaan spelen. Hiervoor moeten deze diensten beter worden aangestuurd.

Verder stellen de onderzoekers in het rapport voor om toegelaten systemen opnieuw te beoordelen, systeembeschrijvingen te verbeteren en meer toezicht te houden op het uitvoeren van de metingen. Voor nieuwe stallen moeten de randvoorwaarden in de beoordelingsprocedure over de toelating van stalsystemen worden aangescherpt en verhelderd. Bij die eerste stap moeten technieken die veel aandacht wat betreft management en tijd vergen, worden uitgesloten of alleen worden toegelaten met voldoende borging. Minder kansrijke systemen worden hierdoor direct de deur gewezen.

Aanleiding voor dit onderzoek was het vermoeden van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat emissiearme stallen vaak niet effectief of minder effectief zijn dan op basis van de emissiefactoren zou worden verwacht. Staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat verwacht in november met een reactie op dit rapport te komen.

© 2020 Smartfarming.nl is een uitgave van AgriPers bv.