Vlaams onderzoek naar droogtetolerante gewassen start
Het Vlaamse Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (Ilvo) opent een state-of-the-art veldlab in het Belgische Melle. Daar kunnen wetenschappers de reactie van planten en hun wortels op droogte monitoren. Het is het grootste veldlab wereldwijd. Doel is om de ontwikkeling van droogtetolerante gewassen in Europa te versnellen.
De locatie omvat meer dan 8.000 vierkante meter aan proefveld en is uitgerust met zes verrijdbare droogtekappen, een netwerk van 1.400 elektroden en drones met geavanceerde sensoren. Niet alleen de schaal van het veldlab is baanbrekend, maar ook het elektrische netwerk dat bodemvocht en de opname ervan door plantenwortels in kaart brengt, stelt Ilvo.
Op de Hydras, wat staat voor HYdrology, Drones and RAinout Shelters, worden onder meer door middel van fenotypering de kenmerken van planten in kaart en in verband gebracht met hun genetica, teelttechnieken en de omgeving. 'De mate waarin de planten water verdampen, zegt bijvoorbeeld iets over hoe goed ze blijven groeien tijdens periodes van droogte', licht Ilvo toe.
Nieuwste drone- en sensortechnologie
De nieuwste drone- en sensortechnologie wordt daarnaast gecombineerd met een ERT-systeem. Dit is een netwerk van elektroden op en onder de grond die de elektrische geleidbaarheid in de wortelzone tot 2 meter diep in kaart brengt. Het 2D-bodemweerstandprofiel dat daaruit ontstaat, kan worden omgezet naar informatie over de verspreiding van bodemvocht en de opname ervan door plantenwortels.
Ilvo gebruikt het groeiseizoen van 2023 om het ERT-systeem goed te leren kennen. 'Wat pikken de elektroden op? En wat kunnen we daaruit afleiden? Dat zijn vragen waarop we antwoord willen krijgen.' Als testgewas is gekozen voor soja. Resultaten worden dit jaar nog in wetenschappelijke literatuur gepubliceerd.
De bouw van de Hydras is gefinancierd door Ilvo, deels met middelen van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek. Het gaat in totaal om een investering van 1,5 miljoen euro. Vanaf volgend jaar zijn de Hydras ook toegankelijk voor andere kennisinstellingen en bedrijven.
