Schijven brengen aardappelrug ongecomprimeerd op rooimat
Met twee draaiende schijven brengt het AP-Lift-systeem de ruggen ongecomprimeerd op de eerste rooimat. Dat voorkomt problemen met loof, kleverige grondmassa en daarmee verstoppingen. Het systeem van AgriPoppe kan op bestaande rooiers gebouwd worden. De bouwer overlegt met meerdere fabrikanten om dat ook gelijk bij nieuwe machines te doen.
De door AgriPoppe uit het Zeeuwse Oostkappele ontwikkelde rooibek werkt zonder beitels en diabolo-rollen. Twee grote aangedreven schijven van ruim 1 meter diameter werken elk een rug aardappelen naar de graafmat zonder de rug te comprimeren. De schijven staan iets scheef waardoor het diepste punt hart op hart op 75 centimeter staat, de rijafstand van de aardappelruggen.
De schijven draaien met 70 omwentelingen per minuut de twee ruggen langs de kleine poetserschijven die de doorstroming verbeteren. Een toerental van 100 is maximaal.
Schrapers houden de schijven vrij van aankoekende grond. Elke schijf heeft zijn eigen hydrauliekmotor en voor het hele systeem is een oliepomp met een opbrengst van 80 liter per minuut voldoende. Over elke rug loopt in plaats van een diabolo een taster met potmeter om de werkdiepte via automatiek te variëren.
Bouw op verschillende rooiers
Agripoppe bouwde vijf AP-Lift-systemen op rooiers van Kverneland, Amac, AVR Spirit en Solanum en Dewulf. Poppe voert gesprekken met fabrikanten om de techniek ook op nieuwe rooiers te leveren.
AgriPoppe is opgezet door Bennie Poppe, bekend als productmanager en ontwikkelaar van de bietenrooiers bij Vervaet. Het inmiddels gepatenteerde AP-Lift-systeem komt uit zijn koker, nadat hij er decennia geleden een Duits merk mee zag experimenteren. Zijn zonen werken binnen het bedrijf mee om het rooisysteem in de markt te zetten.
Het ombouwen duurt pakweg twee dagen, waarbij vrijwel niet wordt gelast, maar alles wordt geschroefd. Agripoppe maakt daarvoor twee bevestigingsplaten. Hierop zijn de schijven ook schuin te verstellen via een schroefverbinding. Andere instellingen, naast de rooidiepte en het toerental, zijn er niet.
Minder trekkracht nodig
In de praktijk rooit het systeem soepel en kan het meer rooibare dagen mogelijk te maken. ‘Ik schat dat het tot 15 procent in vermogen verschilt, dus er is minder trekkracht nodig door de aangedreven schijven’, ervaart Bennie Poppe.
Op de zelfrijdende Amac die het systeem demonstreerde in Walcheren op een perceel consumptieaardappelen met 80 procent afslibbare klei, heeft één rooischijf een grotere kraag. Dit is een om de doorstroom verder te verbeteren. In het midden overlappen de schijven elkaar een stukje en draait de linker schijf enkele millimeters boven de rechter schijf langs.
Een verstopping of steen die roet in de rooier gooit, kwam nog niet voor. Obstakels gaan moeiteloos naar binnen. De buitenste ringen van de schijven zijn van een laag gehard staal en met zes bouten te vervangen. Het totaalgewicht van de AP-Lift is niet zwaarder dan een standaard rooibek met diabolo’s en verticaal aangedreven snijschijven.
De prijs ligt ook ongeveer gelijk aan de kosten voor een open rooibek, stelt Poppe. Wie vier rijen in één keer wil rooien, krijgt een invoer met vier grote schijven die in twee paren naar elkaar toe draaien.
